Wanneer je onderzoeksrapport af is, ben je nog niet klaar. Redigeer je rapport met een frisse blik. Zo zorg je voor een goede verbeterslag. Hoe? Kijk naar structuur, samenhang, consistentie en leesbaarheid.
Redigeren is belangrijk
Teksten redigeren is een proces. Een prachtig proces, vind ik. Maar wel heel tijdrovend. Niet iedereen snapt dit, want: "Je hoeft toch alleen maar te kijken of de woorden goed geschreven zijn?" Soms is dit inderdaad het geval, maar veel vaker niet.
Mensen die een onderzoeksrapport vol met voorgestelde wijzigingen en van mij terugkrijgen, herkennen dit. In eerste instantie schrikken ze daar ook van. Dan vinden ze het lastig om met mijn feedback om te gaan.
Dat snap ik, want als je ergens heel erg je best op hebt gedaan, is het ook niet leuk om te horen dat het 'niet goed genoeg' is. Maar door zo'n redigeerproces in te gaan, zorg je er als schrijver juist voor dat je werk niet voor niets is geweest.
Ja, het kost tijd, maar dat is het toch waard als je rapport daardoor beter gelezen wordt? Als mensen daarna meer van je willen weten omdat je jouw kennis zo goed hebt tentoongesteld? Ook dit beamen mensen die een geredigeerd rapport van mij terugkrijgen.
Redigeren kun je ook heel goed zelf doen. Het belangrijkste? Zorg altijd voor een ruime periode in je planning voor een redigeerfase. Besef je dat het werk nog niet klaar is als het redigeren begint. En volg dan de onderstaande stappen.
1. Structuur
Bekijk je rapport eerst met een frisse blik. Een scherpe blik. Als een havik. Van hoog boven de grond, op een overkoepelend niveau. Is je rapport wel opgebouwd volgens een logische structuur?
- Kun je een begin, midden en eind onderscheiden?
- Geef je uiteindelijk antwoord op je onderzoeksvraag?
- Vertel je wat je lezer wil weten, niet wat je gedaan hebt?
2. Samenhang
Nu is het tijd om te checken of de structuur op hoofdstukniveau goed in elkaar zit. Je alinea's moeten wel met elkaar verbonden zijn. Want als je het eerst over A hebt en dan over C, zonder dat je vertelt hoe je die stap genomen hebt, raken je lezers in de war.
- Sluiten je alinea's goed op elkaar aan?
- Sluiten je zinnen goed op elkaar aan?
- Vormen je intro, middenstuk en conclusie een sluitend geheel?
3. Consistentie
Is je rapport door verschillende mensen geschreven? Of heb je er een langere tijd over gedaan? Dan is de kans groot dat je aan de consistentie moet werken. Oftewel: dat je moet checken of je wel altijd hetzelfde zegt.
- Gebruik je wij of ik, of vermijd je dit persoonlijke taalgebruik?
- Gebruik je jij, jullie of u? Of zeg je respondent, of respondenten?
- Gebruik je hoofdletters of kleine letters voor bepaalde begrippen?
4. Leesbaarheid
Nu is het dan tijd om "te kijken of de woorden goed geschreven zijn". Oftewel, om je tekstcorrectie te doen. Spelling, grammatica, woordgebruik, zinsconstructies, leestekens, witregels.
- Maak je geen gebruik van ellenlange zinnen?
- Kunnen er zinnen uit die niets toevoegen aan je boodschap?
- Zijn je alinea's niet te lang en niet te kort?
Hoeveel tijd plan jij de volgende keer voor je redigeerproces?