Huh, een schrijver kan toch goed schrijven, waarom moet er dan nog iemand naar de tekst kijken? Tja, of je nu fictie of non-fictie schrijft, fouten zijn menselijk.
Het vierogenprincipe is dan ook een bekend fenomeen bij veel communicatieafdelingen van grote organisaties. Dat is het principe dat er altijd een tweede paar ogen meekijkt. Oftewel, dat schrijfsels altijd nog een keer nagelezen worden door een collega. En dan vooral op het gebied van tekstcorrectie: dat er geen taalfouten in zitten. Dat er geen letters missen of spaties teveel staan.
Dat voelt soms hinderlijk, vooral als er een deadline nadert. Dan moeten dingen snel-snel gebeuren en is (lijkt) er geen tijd te verliezen. Maar juist op zulke momenten sluipen foutjes er snel in. Het vierogenprincipe levert uiteindelijk juist tijdswinst op. Want achteraf fouten oplossen is nog veel vervelender en tijdrovender. Het cliché is weer eens waar: je kunt beter voorkomen dan genezen.
Dus ja, een schrijver, of dat nu een tekstschrijver of een boekenschrijver is, heeft ook baat bij een redacteur. En (waarom) heeft een schrijver ook een redacteur nodig? Om publicatiefouten te voorkomen. Maar helaas, zelfs redacteuren maken wel eens fouten ;)
Door wie laat jij belangrijke teksten nalezen?