Door keuzes te maken in welke woorden en schrijfwijzen je consistent gebruikt, creëer je een eigen stijl. Dit is belangrijk binnen één tekst of rapport, maar vooral ook binnen een organisatie. Als iedereen op dezelfde manier communiceert, komt dat doordacht en dus professioneel over.
Het belang van consistentie
Ik ben altijd gefocust op inconsequenties in teksten. Dat geldt bijvoorbeeld voor opsommingen, maar ook voor tijdsvormen en hoofdlettergebruik. Het is belangrijk dat je met deze dingen consistent bent. Want je tekst kan nog zo goed zijn, kleine slordigheden vallen toch op. En daar word je al snel op afgerekend. Je kunt zulke fouten namelijk gemakkelijk voorkomen door je tekst nog een keertje door te lezen.
Als je wilt dat je lezers je serieus nemen, is het verstandig hier aandacht aan te besteden. Het kan maar zo zijn dat een potentiële klant denkt: "Als ze op haar eigen website zo inconsistent is, geldt dat dan ook voor het werk wat ze voor mij doet?" Die indruk is snel gewekt. En dat zou zonde zijn.
11 Onderwerpen om te checken op consequentie
Volgens mij zijn er elf dingen die je (in)consequent kunt doen in teksten. Om deze fouten te voorkomen, kun je gebruikmaken van een schrijfwijzer.
1. Aanspreekvorm
Kies of je gebruikmaakt van 'u' en 'uw' of 'jij', 'je', 'jou' en 'jouw'. Let hierbij ook op of je gebruikmaakt van enkelvoud of meervoud: 'ik' of 'wij', 'je' of 'jullie'.
2. Tijdsvorm
Gebruik je in je tekst alleen tegenwoordige tijd (we onderzoeken) of alleen verleden tijd (we onderzochten). Mijn voorkeur is altijd tegenwoordige tijd, ook al is een evenement al voorbij of is het onderzoek al afgerond. Het maakt je tekst actiever en dat leest fijner.
3. Hoofdlettergebruik
Denk bijvoorbeeld aan de afdelingen binnen je bedrijf. Schrijf je secretariaat of Secretariaat? Doe dat altijd hetzelfde, voor álle afdelingen. Wees ook consequent bij bedrijfsnamen. Officieel is het bijvoorbeeld HEMA en IKEA, maar als je kiest voor Hema/hema en Ikea/ikea doe dit dan altijd hetzelfde. Bovendien zijn er nog bedrijfsnamen met een hoofdletter in het midden, zoals bij LinkedIn. Wees ook daar consistent. Evenals bij afkortingen, zoals KvK.
4. Opsommingen
Opsommingen zijn een geval apart, want daar moet je op meerdere dingen tegelijk letten. Zoals hoe je ze start (met een werkwoordsvorm, een lidwoord, etc.), maar ook welke soort bullets je gebruikt (streepjes, bolletjes, cijfers) en hoe je elke bullet eindigt (met een punt, puntkomma, niets, etc.) Lees hier mijn artikel over wanneer een opsomming goed is.
5. Aanhalingstekens
Gebruik je dubbele of enkele aanhalingstekens? Staan je punten en komma's erbinnen of erbuiten? Wat doe je met citaten binnen citaten? In mijn artikel Nog meer leestekens voor structuur staan tips en tools.
6. Getallen
Getallen kun je uitschrijven of je gebruikt cijfers. In principe is beide goed, maar het is slordig als je het door elkaar gebruikt. Dat gezegd hebbende, is wel de algemene regel dat je getallen tot en met twintig uitschrijft, net als de tientallen tot honderd. Dus vier, vijf, twaalf, dertig en vijftig, maar 31, 52 en 160. Je kunt er ook voor kiezen om alles in cijfers te doen, dus dat je wel 6 en 11 schrijft. Dat wordt steeds gebruikelijker.
7. Bedragen en procenten
Een apart onderdeel binnen de getallen zijn bedragen en procenten. Schrijf je bijvoorbeeld 3 procent of 3%? En schrijf je 3 euro, €3,-, of € 3,-? Maak hierin een keuze.
8. Tijdsaanduidingen
Schrijf je 15:00 uur, 15.00 uur, 15 uur, of drie uur? Alles is mogelijk, maar doe het altijd gelijk.
9. Spaties
Spaties worden heel vaak verkeerd gebruikt. Beter gezegd: er worden vaak spaties neergezet waar ze niet horen. Zoals bij samengestelde woorden. Van voetbalveld weten we inmiddels wel dat dit één woord is, maar bij langeafstandswandeling gaan mensen al snel de fout in. Je gebruikt alleen een spatie of een streepje als de klinkers met elkaar botsen, of in het geval één deel van de samenstelling een afkorting is. Hier zijn dus taalregels voor. Maar het is gemakkelijk om hierin een fout te maken, dus let er ook op in het geval van consequentie: zeg niet de ene keer SEO marketeer en de andere keer SEO-marketeer. Maak ook een keuze in het gebruik van wel of geen spatie vóór en achter een schuine streep: Schrijf je groen/geel/wit/rood of groen / geel / wit / rood?
10. Schrijfwijze
Ook voor de spelling van de meeste woorden zijn regels. Maar sommige woorden hebben meerdere meervoudsvormen, zoals gemeentes of gemeenten. Bovendien zijn er woorden waarbij je wel of geen tussen-s kunt gebruiken, zoals kwaliteitscontrole of kwaliteitcontrole. Ook zijn er binnen elke branche woorden die op verschillende manieren geschreven kunnen worden. Denk aan fondsenwerving en fondswerving. Maak een keuze.
11. Synoniemen
Gebruik van synoniemen is goed. Dat maakt een tekst levendiger. Maar soms hebben die woorden toch een klein betekenisverschil. Je moet dan opletten of je misschien het gebruik van een bepaald synoniem wil uitsluiten. Zoals infecteren en besmetten. Als je schrijft dat iemand geïnfecteerd is, klinkt dat iets 'vriendelijker' dan als je schrijft dat iemand 'besmet' is. Kijk dus goed of je met je gebruik van synoniemen geen ongewenst nuanceverschil creëert.
Hoe consequent schrijf jij?