Denk niet aan een roze olifant! Oeps, sorry, nu heb je hem al gezien.. Niet aan het stopcontact komen! Nou, mama, wat een goed idee, ik steek m'n vinger er nog een keer in. Onze hersenen vinden het érg moeilijk om met het woordje 'niet' om te gaan..
Coro-niet
Iedereen heeft zo zijn eigen moeilijkheden in deze tijden van maatregelen, aangescherpte maatregelen, lockdowns en verpestconferenties. Ouders met kleine kinderen kunnen tijdens een lockdown bijna niet meer werken. Singles gaan hardop tegen zichzelf praten van eenzaamheid. Ouders met pubers vliegen tegen het plafond omdat hun tieners tegen het plafond vliegen. Studenten bouwen nog maar een bierkratmuur in de gang. Er mag heel veel níet. Je zou er een negatieve zeurneus van worden. Logisch. Maar kijk uit dat je dit niet meeneemt in de teksten die je schrijft.
Het mag niet, het is verboden, je moet, er is geen - onze dagen zijn gevuld met woorden met een negatieve klank. We zijn er zo aan gewend dat we er eigenlijk niet meer bij stilstaan. Maar onbewust gebeurt er toch iets in onze hersenen. Want onze grijze massa is er heel goed in om het woordje 'niet' te negeren. En ook ontkenningen vindt ons brein moeilijk te verwerken. Positief schrijven, of eigenlijk, positief formuleren, zorgt ervoor dat je boodschap beter aankomt. En dat is belangrijk, want met een goede communicatie bereik je meer.
Het klinkt zo simpel: focus niet op wat je wilt vermijden, maar op wat je wilt bereiken. En het is ook zo: wanneer je er eenmaal op gaat letten, zul je zien dat je negatieve woorden zoals 'niet' en 'geen' veel minder vaak hoeft te gebruiken. Vraag je bij elke negatief geformuleerde zin af of je hem ook positief kunt formuleren.
5 Tips voor positief schrijven
Als je een (potentiële) klant, lezer of collega wilt overtuigen, kun je bij het schrijven van je webteksten, blogs, e-mails en onderzoeksrapporten gebruikmaken van de onderstaande tips voor positief schrijven.
1. Buig ontkenningen om
Van: Hij vindt het niet interessant.
Naar: Hij vindt het saai.
Van: Verboden te vissen.
Naar: Met een VISpas mag je hier vissen.
Van: Vergeet niet je huiswerk te maken.
Naar: Denk eraan je huiswerk te maken.
2. Benoem het voordeel voor je lezer
Van: Wij zijn tot 4 november gesloten.
Naar: Wij zijn vanaf 5 november weer geopend.
Van: Je kunt tomaten beter niet in de koelkast bewaren.
Naar: Tomaten blijven langer houdbaar op kamertemperatuur.
3. Benadruk je motivatie
Van: Het is verboden om buiten de gebaande paden te treden.
Naar: Blijf op de paden, dat is beter voor de dieren.
Van: Zonder factuurnummer kunnen wij de betaling niet in
behandeling nemen.
Naar: Vermeld het factuurnummer zodat wij de betaling kunnen
verwerken.
4. Wees voorzichtig met het woord 'moeten'
Van: Je moet het formulier op tijd inleveren.
Naar: Lever het formulier op tijd in.
Van: Om je geld terug te krijgen moet je het product binnen 14
dagen retourneren.
Naar: Zorg ervoor dat je het product binnen 14 dagen retourneert om
je geld terug te krijgen.
5. Stel jezelf de volgende vragen
- Wat kun je wel doen?
- Wat wil je bereiken?
- Wat is hier het tegenovergestelde van?
- Wat levert het op?
- Wat zou je in plaats daarvan graag willen?
