Schrijven is geen exacte wetenschap. Opvoeden ook niet. We doen allemaal maar wat. Ohnee, we "zetten onze creatieve vaardigheden in". Maar toch, met een aantal tips kom je een heel eind. Disclaimer: deze tips gelden niet voor alle soorten teksten. Bij schrijven óver exacte wetenschappen, bijvoorbeeld, werkt een andere, ehh, opvoedmethode wellicht beter.
1. Neem jezelf niet te serieus
Hoe vaak luistert jouw kind als je 'nee' of 'niet doen' zegt? Ik denk nooit. In ieder geval niet direct de eerste keer. Lezers zijn precies hetzelfde. Die wachten ook eerst even af of je wel echt meent wat je zegt. Of je wel weet waar je het over hebt. Of ze misschien een foutje kunnen opsporen in wat je te zeggen hebt. Neem jezelf dus niet al te serieus. Breng wat leven in de brouwerij, maak een grapje, laat doorschemeren dat jij niet de heilige graal in handen hebt. Dat er meer wegen zijn naar Rome. Je weet en kunt niet alles, zo simpel is het.
2. Schrijf normaal
Het leven is geen koopcontract. Het leven is ook geen kinderboek. Weg met jargon, weg met betutteling. Schrijf zoals je praat en praat zoals je denkt. Dat leest lekkerder. Dat leest persoonlijker. Dan straal je vertrouwen uit. Veel mensen wantrouwen moeilijke woorden. Logisch, want normaal schrijven is zo makkelijk nog niet. Iedereen kan er een opgedofte, deftig ogende zin uitpersen. Maar wat zeg je dan eigenlijk? Verkoop geen gebakken lucht! Schrijf simpel. Schrijf actief. Schrijf overtuigend. Schrijf normaal. En praat dus ook normaal tegen je kind. "Mama doen?" is geen normale zin. "Ik wil niet dat je je stembanden op een dusdanige manier inzet dat de ruiten barsten." ook niet trouwens.
3. Bied structuur: rust, reinheid en regelmaat
Rust, reinheid en regelmaat, de drie pijlers voor blije baby's. Zo ook voor blije lezers. Door structuur aan te brengen in je teksten, worden ze lekker leesbaar. Strooi niet met overbodige leestekens: houd je tekst rustig. Schrap ellenlange zinnen: houd je tekst rein. Maak alle alinea's ongeveer even lang: dat geeft je tekst regelmaat. Zorg ook dat je niet van de hak op de tak springt en leg uit hoe je tot uitspraken komt. Hiervoor kun je woorden gebruiken zoals want, omdat, tenzij, immers, daarentegen, daardoor, mits, als, en, maar, voordat, nadat, etc. Zo bouw je een structuur zo stevig als een Duplo-toren.
4. Verplaats je in de kinders, eh lezers
Ga in je tekst niet uit van jezelf, maar van degene die je tekst leest. Stel je lezer centraal. Oef, da's moeilijk hoor. "Ga eens opruimen." "Waarom?" "Omdat ik graag wil dat de grond leeg is voordat we gaan eten." "Waarom?" "Omdat er na het eten te weinig tijd is." "Waarom?" "Omdat je dan naar bed moet." "Ik wil niet naar bed!" "We gaan ook eerst eten." "Ik wil niet eten!" Dus, nouja. Dan ben je nog verder van huis. Zelf heb ik gemerkt dat het beter werkt als ik zeg: "Wat een mooie toren! Je mag nog even verder bouwen en dan ga je opruimen, okee?" Niet altijd, maar je begrijpt het idee. Lezers willen controle voelen. Ze willen zich aangesproken voelen. Ze willen begrepen worden. Zoek uit wat ze willen weten en geef ze de juiste antwoorden.
5. Maak het een beetje leuk voor jezelf
Deze tip heb ik vandaag wellicht iets te enthousiast ingezet. Ik had er zin in, even iets totaal anders dan anders. Want schrijftips zijn handig en belangrijk, en ik geef ze ook graag, maar teveel van hetzelfde kán wat saai worden.