Wanneer je bepaalde vuistregels in acht neemt, worden websites toegankelijker - en dus beter. Dat is voor iedereen belangrijk, maar helemaal voor mensen met een beperking. Heb jij er ooit over nagedacht hoe een blind iemand de weg vindt op internet? Dat kan heel gemakkelijk zijn - als webredacteuren daarbij helpen.
Kennismaking met Webtoegankelijkheid
"Heb je kennis van webtoegankelijkheid?"
"Eehh.. wat?"
Ineens hoorde ik van de Web Content Accessibility Guidelines (WCAG), oftewel Richtlijnen voor Toegankelijkheid van Webcontent. Het is een regelgeving die digitale toegankelijkheid wettelijk verplicht stelt voor overheden en instellingen uit de (semi-)publieke sector. De WCAG bevat een groot aantal aanbevelingen om webcontent toegankelijker te maken. Het mooie? Het volgen van deze richtlijnen maakt webcontent ook beter voor gebruikers in het algemeen. Met een toegankelijke website neem je dus niet alleen verantwoordelijkheid voor mensen met een beperking, ál je bezoekers zijn erbij gebaat. En jijzelf dus ook.
Ik besloot dat ik graag een training Toegankelijke Webcontent wilde volgen. Het waren twee leerzame dagen! Het Handboek webcontent: meer focus, minder content wordt de komende maanden een trouw vriend van mij, net als de andere handige boeken van The Internet Academy. Maar voor een aantal tips heb ik geen naslagwerk meer nodig. Die zijn zo simpel te implementeren en tegelijkertijd zó belangrijk, die staan in mijn geheugen gegrift.
Met deze 4 tips maak je een goed begin met digitale toegankelijkheid:
1. Gebruik de structuur titel-lead-tussenkop-body
Stel, je schrijft een nieuwsbericht, blog of webpagina. Die geef je altijd een titel. Daarna volgt een korte introductie, die ook wel een lead genoemd wordt. Deze introductie is meer een samenvatting dan een inleiding, want hij moet de belangrijkste vragen van de bezoeker beantwoorden. Een lead bestaat uit maximaal 50 woorden. Direct na de lead zorg je voor een tussenkop. Vervolgens ga je verder met de 'gewone tekst', oftewel de body.
2. Gebruik betekenisvolle tussenkoppen
Ook in de body volgen nog tussenkoppen. Het liefst niet te ver van elkaar vandaan. De tussenkoppen moeten goed beschrijven waar je alinea over gaat, en geen vragen oproepen. Open eens een pagina van je website. Bekijk de titel, lead en tussenkoppen. Vormen deze samen een goede samenvatting van de pagina? Weet een bezoeker met deze teksten precies waar de pagina over gaat?
3. Gebruik (de júiste) headers
Maak teksten niet alleen maar groot of vet, maar geef er technisch de juiste kenmerken aan. Oftewel: gebruik headers. Dit is heel simpel, alle CMS'en zijn erop ingericht. Een titel krijgt een H1. Dat is de enige H1 die je op een pagina gebruikt. Een lead krijgt geen Header. De eerste tussenkop krijgt een H2. Sla geen headerniveaus over. Je kunt verder zoveel H2's, H3's en H4's gebruiken als je wilt, als ze maar een logische volgorde hebben en betekenisvol zijn.
4. Gebruik betekenisvolle links en knoppen
Vanaf nu zijn de woorden 'lees meer' en 'klik hier' verboden! Tekst die je kunt aanklikken moet ook betekenisvol zijn. De linktekst moet je alvast vertellen waar je naartoe gaat klikken.
Welke veranderingen kun jij nu meteen aan je website aanbrengen?